Vorige
Index
Volgende

Van Skaftafell naar Egilsstađir
29 juni 2004

Na een dag met een wandeling volgt een dag met een lange rit. Maar zeker ook een hele mooie rit. We beginnen met het bezoek aan de Gletsjermeren Fjallsárlón en Jökulsárlón. De gletsjers komen hier vlakbij de zee, er zit maar enkele kilometers land (bij Jökulsárlón met name meer) tussen. Een eeuw geleden was dat maar een twee honderd meter. Overigens was het op IJsland in de vroege middeleeuwen, toen het eiland werd gekoloniseerd door de Vikingen, veel warmer. Gletsjers waren toen kleiner en het was mogelijk graan te verbouwen. Dat laatste is al honderden jaren niet meer mogelijk.


Boven, op het plateau, ligt de grootste gletsjer van Europa (Groenland is geografisch gezien onderdeel van Amerika!), de Vatnajökull. Deze gletsjer is groter dan alle gletsjers op het vaste land van Europa bij elkaar. Wat we hier zien zijn feitelijk alleen gletsjertongen die van deze kleine ijskap - want dat is de Vatnajökull feitelijk - omlaag komen.

Wat foto´s onderweg genomen. Rechts een "Einbreiđ brú", een brug waar maar één auto tegelijk over heen kan. Dat is overigens meestal geen enkel probleem, het verkeersbeeld is erg rustig.

Het eerste gletsjermeer, Fjallsárlón, met waarin allerlei ijsbergen drijven.

Tussen de ijsschotsen zwemt zowaar een zeehond, die het er zo te zien prima naar zijn zin heeft. Wat moeten die dieren toch een goede isolatie hebben!

Het tweede gletsjermeer moet schitterend zijn, met de machtige gletsjer op de achtergrond. Maar dan moet het niet regenen en misten. We zien alleen een paar ijsbergen langs drijven al teken van de machtige gletsjer even verderop.


Er vliegen ook Grote Jagers hier, die hun broedplaats zonodig beschermen. Opgepast!

In Höfn maken we een lunchstop. Ook hier veel vogels.


Een vogel blijft vlakbij de auto op de weg staan.

De volgende stop is het volksmuseum in Djúpivogur. IJsland heeft veel van dit soort kleine musea, vooral leuk voor als het weer minder goed is.


In de verte stort een waterval zich naar beneden.

Close-up van de waterval.


Bij Egilsstađir rijden we een stuk naar het zuiden op weg naar de Hengifoss, één van IJslandse mooiste watervallen (en IJsland heeft heel veel mooie watervallen, dus dat wil wat zeggen). Onderweg doen we het grootste bos van IJsland aan. Hier wordt door de IJslandse staatsbosbeheer geëxperimenteerd en is een groot stuk land opnieuw bebost.


De Litlanesfoss.

Nogmaals de Litlanesfoss.


Een mooie bloem.

Een kevertje kruipt over het mos.

Nog een teer bloemetje.


En dit is de Hengifoss.

Zicht op het meer (Lagarfljót) beneden. De wind jaagt de wolken langs de hemel, de zon beschijnt hier en daar het landschap. Op de rechterfoto loopt Angelique ver vooruit in haar felgele jas.

Bloemen in het veld en ganzen in de lucht.

We overnachten op de camping in Egilsstrađir (1.500 ISK is ongeveer 17 euro). We eten een heerlijke maaltijd in een eetcafé (totale kosten met zijn tweeën 4.000 ISK, ongeveer 46 euro, maar wij hebben geen wijn of bier gedronken).




Vorige
Index
Volgende