Vorige
Index
Volgende

Akureyri, de hoofdstad van het Noorden
5 juli 2004

De ochtend besteden we aan het bezichtigen van Akureyri, de hoofdstad van het Noorden. De kerk heeft een mooie, moderne kerk en de noordelijkste botanische tuin. Verder zijn er zo'n 15.000 inwoners, echt groot is het dus niet. Daarna wijken we af van de rondweg door de kustweg te nemen. Overigens voert deze niet alleen langs de kust, er zit ook een pasje in en vlak daarbij ligt het oudste houten kerkje van IJsland Het kerkje zit echter helaas wel op slot. Dus rijden we door naar Hólar, waar eeuwen lang één van de twee bisschoppen van IJsland zetelde. Overigens moet daarbij wel worden bedacht dat IJsland tot het begin van de 19de eeuw niet alleen helemaal geen steden, maar ook nauwelijks dorpen van betekenis kende. In 1900 had Reykjavik zo'n 5.000 inwoners! De mensen woonden eigenlijk allemaal op het platteland, in boerderijen. Dus bezoeken we ook nog zo'n oude hoeve, Glaumbaer. Daar begint het te regen. Omdat we deze dag telkens aan de kust zon en in het binnenland regen hebben gehad, rijden we door tot we weer aan de kust zijn. En het werkt ook nog!


Angelique heeft het wel naar haar zin in de botanische tuin.

Nogmaals de botanisch tuin.

De kerk (helaas niet helemaal scherp).


De kustweg.

Het oudste houten kerkje van IJsland (de deur zat weliswaar dicht, maar je kunt ook door de ramen foto's nemen!).

In de verte ligt Grimsey op de Noordpoolcirkel.

Een ander eiland dichter voor de kust.

Een klein kerkje onderweg.


Het kerkje in zijn omgeving.

Nog een foto van de kust.

Dit is Hofsós, waar nog wat gebouwen te bezichtigen waren uit de Deense tijd.


Hólar, de plaats waar eeuwenlang de noordelijk bisschop was gevestigd.

Boven: close-up. Rechtsboven: foto´s uit de 18eeuwse kerk van Hólar.

Het altaar.

De stoel voor de voorganger.


De volgende stop is de schitterende turfboerderij van Glaumbear.

Diverse kamertjes, gebruikt voor verschillende doeleinden.

Hier sliep- en leefde men. Met zijn alle in één grote kamer.

Nog een aantal kamertjes. Helemaal rechts is het spinnewiel, direct naast het raam, zodat het (voor in de lange winter zeer beperkte) licht hier direct op viel.

Goed zichtbaar is dat er een dikke laag turf ter isolatie is gebruikt.

Elke grote boerderij was een aparte leefgemeenschap met een eigen kerkje.

Het bezoek aan Glaumbear wordt afgesloten met koffie en gebak.

We eindigen zoals in het begin vermeld aan de kust, op de camping van Blönduós. De camping kost ons ISK 1.000, ongeveer 11,50 euro. De camping heeft toilet en wastafel, maar geen douches. Dus krijgen we er een kortingsbon bij voor het zwembad. Ik meen dat we daar zonder bijbetalen konden douchen of met bijbetalen van alle faciliteiten gebruik kunnen maken. Wij kiezen voor het tweede alternatief. Overigens heeft in IJsland elk zichzelf respecterend dorp een zwembad, veelal verwarmd met aardwarmte.




Vorige
Index
Volgende